Foto Dutry - Tulikivi

Akkoord rond microplastics is een druppel op een hete plaat

Foto Dutry - Tulikivi

Vandaag sluit Minister Marghem een vrijwillig sectorakkoord met de federatie DETIC om microplastics in afwasbare cosmetica producten te vervangen door reeds beschikbare alternatieven. “Elke stap om microplastics in het milieu tegen te gaan is lovenswaardig, maar hier mag het niet bij blijven. Dit akkoord is te zwak, te beperkt en slechts een druppel op een hete plaat”, zeggen Bond Beter Leefmilieu (BBL) en Inter-Environnement Wallonie (IEW). BBL en IEW vragen Minister Marghem om bij haar Europese collega's aan te dringen op een regelgevend kader voor het uitbannen van microplastics over alle sectoren heen.  

Wat is het probleem en wat is onze verantwoordelijkheid?

Onderzoek aan de UGent toont aan dat 90% van het mariene zwerfvuil in het Belgische deel van de Noordzee bestaat uit plastic. Meer dan 90% daarvan bestaat uit zogenaamde microplastics, vrijwel onzichtbare, kleine plastic deeltjes kleiner dan 5 mm die door tal van mariene dieren ingeslikt worden. Zo komen ze onder de radar in de voedselketen terecht, in vissen maar ook in mosselen of marien zout bijvoorbeeld. Dit heeft ernstige gevolgen voor grote aantallen dieren en de biodiversiteit, en op termijn onze eigen gezondheid.

Wereldwijd zijn er naar schatting 15.000 tot 51.000 miljard microplastics, ongeveer 13.000 per m², volgens het VN Agentschap voor milieu. Ze zijn hoofdzakelijk afkomstig van verpakkingen die afbreken, slijtage van autobanden, allerlei soorten verf en detergenten, synthetisch textiel, cosmetica, schoonmaakproducten en plastic granulaten voor industriële toepassingen. De Ellen MacArthur Foundation becijferde dat de oceanen tegen 2050 meer plastic dan vis zullen bevatten. In 2014 was de verhouding nog 1 op 4, in 2025 wordt dat 1 op 3. 

Waarom schiet het akkoord tekort?

Het is te zwak

Het is slechts een vrijwillig en bilateraal akkoord met één enkele sectorfederatie. Dat betekent dat de overeenkomst enkel van toepassing is op leden van DETIC, en dat de toepassing afhangt van de goodwill van de leden van DETIC. Producenten die geen lid zijn ontspringen de dans en kunnen hun producten met microplastics nog steeds op de markt brengen. Volgens Olivier Beys is het “daarentegen doeltreffender, eerlijker en economisch interessanter om een gelijk speelveld te creëren voor alle producenten. Dit kan door een productnorm of regelgeving op te stellen, met criteria waar elke producent aan moet voldoen.”  

Het komt laat

Zo’n duidelijk verbod is intussen ingevoerd het Verenigd Koninkrijk, Finland, IJsland, Ierland, Luxemburg en Noorwegen. Ook in Frankrijk geldt sinds 1 januari 2018 een verbod voor de producten die men viseert in het Belgisch akkoord. De meeste grote cosmeticafabrikanten die in België actief zijn, hebben dankzij hun aanwezigheid op de Franse markt reeds hun producten aangepast. “Het is daarom merkwaardig dat het Belgische akkoord pas in werking treedt op 31 december 2019, twee jaar na het Franse verbod en dan nog op vrijwillige basis. Het is duidelijk dat we niet aan de kop van het peloton staan,” vindt Olivier Beys. 

Het is te beperkt

Het akkoord viseert enkel afwasbare cosmeticaproducten die microkorrels bevatten met een schurende functie, zoals tandpasta of shampoo. Dat is een ontzettend beperkt gamma aan producten. In cosmeticaproducten zitten ook microplastics die een geleerfunctie hebben, of een rol hebben als emulgator e.d. Bovendien bestaan er tal van producten die niet bedoeld zijn om af te wassen, zoals lotions en crèmes, maquillage enzovoort. Zij blijven buiten schot. 

Het is verstandiger om via een productnorm een termijn te zetten op het verbieden van deze producten, waarbij sommige producten afhankelijk van de ontwikkeling van mogelijke alternatieven sneller onderworpen worden aan een verbod dan andere. Op die manier geeft de politiek een duidelijk signaal aan fabrikanten om dit ernstig probleem structureel aan te pakken.

Het is een druppel op een hete plaat

Initiatieven om cosmeticaproducten aan te pakken zijn weliswaar een goede eerste stap, maar zullen volgens onderzoek van de International Union for Conservation of Nature maar 2% van alle microplastics aanpakken. Tot 30% van de microplastics zijn bv. afkomstig van synthetisch textiel (zoals fleecetruien) en afgesleten autobanden. Het is duidelijk dat een coherent en systematisch actieplan nodig is dat verder gaat dan dit akkoord. “De indruk wordt gewekt dat met dit akkoord het zwaarste werk achter de rug ligt, maar dat is beslist niet zo,” zegt Beys.  

Meer ambitie is nodig

“België kan deze uitdaging uiteraard niet op haar eentje klaren. Daarom vragen we de Minister om bij haar Europese collega’s aan te dringen op een dwingend regelgevend kader met duidelijke targets en deadlines voor het uitbannen van microplastics over alle betrokken sectoren heen. Diezelfde visie moet ze vervolgens ook in België toepassen, door stappen te zetten richting productnormen zoals dat in andere Europese lidstaten al het geval is. Dat signaal hebben niet alleen de fabrikanten nodig, maar ook de Europese Commissie. Die zal na een recente publieke consultatie binnenkort een voorstel lanceren  voor een brede strategie rond plastic in het kader van het pakket circulaire economie”, besluit Olivier Beys. 

Plastics

Meer over Plastics