Een olieraffinarderij. We moeten ons de vraag stellen of we deze activiteiten niet op een andere manier kunnen uitfaseren dan met faillissementen en massale ontslagen van werknemers.

Foto CC Dimitri Anikin

Het einde van Antwerpse olieraffinaderij Gunvor: de eerste dominosteen?

Een olieraffinarderij. We moeten ons de vraag stellen of we deze activiteiten niet op een andere manier kunnen uitfaseren dan met faillissementen en massale ontslagen van werknemers.

Foto CC Dimitri Anikin

Gunvor Petroleum Antwerpen doet de boeken toe. Zeker 230 banen staan op de tocht. De twintig mensen die de olieraffinaderij voorlopig onderhouden in afwachting van een mogelijke overname, komen daar wellicht nog bij. Maar een voortzetting is hoogst onwaarschijnlijk. Wie wil een verlieslatende olieraffinaderij overnemen temidden van een oliemarkt in crisis en een Europese economie op weg naar klimaattransitie?

Gunvor in perspectief geplaatst

De olieraffinaderij verwerkte dagelijks ruim 110.000 vaten ruwe olie tot diesel, benzine, scheepsbrandstof en de lpg-brandstoffen propaan en butaan. Het stootte jaarlijks ongeveer een half miljoen ton CO2 uit. Dat is meer dan 2 procent van de totale uitstoot van de Vlaamse energie-intensieve industrie en leverde het bedrijf een plaats in de top 10 op van de grootste uitstoters in Vlaanderen.

Dat is aanzienlijk, maar in vergelijking met de Antwerpse raffinaderijen van Total en ExxonMobil klein bier. De twee andere bedrijven verwerken respectievelijk 350.000 en 307.000 ton olie per dag. Gunvor is bovendien niet verticaal geïntegreerd in de chemie, een bijkomend groot verschil. Zowel Total en ExxonMobil hebben in Antwerpen, naast raffinaderijen, naftakrakers waarmee polymeren worden gemaakt (onder meer bestemd voor plastics).

Dat maakt deze twee bedrijven, in tegenstelling tot Gunvor Petroleum Antwerpen, minder kwetsbaar voor instortende olieprijzen. Total en ExxonMobil zijn in staat hun olieproducten verder te verwerken tot producten waarvan de vraag nog intact is, zoals plastics. Dat zit zo: de coronacrisis heeft tot een vraagschok in de oliesector geleid, terwijl het wereldwijde aanbod aan olie door geopolitieke spanningen niet voldoende is beperkt om een overaanbod en dalende olieprijs te vermijden.

Een bedrijf zoals Gunvor komt daardoor in zware problemen. Enerzijds heeft die trend als gevolg dat nieuwe en fossiele plastics intussen fors goedkoper zijn dan gerecycleerde plastics. Goed nieuws voor de producenten van plastics, maar een ernstig probleem voor de circulaire economie. Dat wil niet zeggen dat bedrijven zoals ExxonMobil in tegenstelling tot Gunvor Petroleum Antwerpen hun schaapjes op het droge hebben. Door enorme wereldwijde investeringen is recent een overcapaciteit aan productie van plastics ontstaan die de winstmarges van producenten fors onder druk zet.

Overname bracht geen nieuw beleid

In 2012, toen het nog bekend stond als Independent Belgian Refinery, werd het bedrijf al eens gered van een faillissement door Gunvor. Deze in Zwitserland gevestigde ‘commodity trader’ of grondstofmakelaar haalt zijn inkomsten uit handel en speculatie op de oliemarkt. De overnames van raffinaderijen in Rotterdam, Ingolstadt en ook Antwerpen passen in die strategie. Hoewel het ruim 300 miljoen euro investeerde in modernisering van de raffinaderij in Antwerpen, biedt Gunvor niet het profiel van een bedrijf dat zich inschakelt in een klimaatneutrale toekomst.

Sinds de overname maakte dit bedrijf nochtans gebruik van miljoenen euro aan subsidies, vrijstellingen en compensaties, zoals we vorige week uitgebreid beschreven in onze publicatie over de ondersteuningsmaatregelen voor de energie-intensieve industrie. We onderzochten Gunvor niet in detail voor dit rapport, maar bij wijze van voorbeeld heeft het bedrijf tussen 2013 en 2019 ruim 22 miljoen euro aan gratis uitstootrechten ontvangen. De uitstoot van de raffinaderij daalde daarentegen helemaal niet.

Van een vrijblijvende naar een strategische aanpak

We moeten ons de vraag stellen of we deze activiteiten niet op een andere manier kunnen uitfaseren dan met faillissementen en massale ontslagen van werknemers. De andere raffinaderijen, en bij uitbreiding de hele fossiele industrie in Antwerpen (en Gent en het Albertkanaal) zijn op termijn ook bedreigd. In ons onderzoek benadrukken we de noodzaak aan een algemeen transitiekader waar iedereen aan boord moet, ook de bedrijven waarvan het DNA nog 100 procent is doordrongen van een fossiele en lineaire waardeketen.

Dat vorige week bekend werd dat olie- en gasbedrijf BP voor 13 tot 17,5 miljard dollar waarde gaat afboeken op zijn olie- en gasvelden, moet tot nadenken stemmen. De olie- en gassector zou volgens schattingen van de Financial Times tot 900 miljard aan investeringen in uit de boeken moeten halen om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Wat betekent zoiets voor de Vlaamse (overwegend fossiele) energie-intensieve industrie? Welke strategie hebben we om tijdig van koers te wijzigen?

Die strategie kunnen we niet alleen overlaten aan de bedrijven zelf. Hoewel ze een cruciale rol spelen, zijn ze daar in hun eentje niet toe in staat. Overheden zullen mede moeten zorgen voor coördinatie, infrastructuur, financiële ondersteuning en het creëren van nieuwe afzetmarkten. En als de overheid mee zorgt voor de omslag, is het billijk en logisch om de maatschappelijke keuzes op een transparante en democratische manier te maken.

Plastics Desinvestering uit fossiele energie

Meer over Plastics, Desinvestering uit fossiele energie