Met een aangescherpte richtlijn voor hernieuwbare energie drijft de Europese Commissie het tempo op. - © Fre Sonneveld

Hernieuwbare energiedoelstelling aangescherpt: vooruit met de geit

 Met een aangescherpte richtlijn voor hernieuwbare energie drijft de Europese Commissie het tempo op. - © Fre Sonneveld

Energieverbruik is verantwoordelijk voor drie kwart van de Europese broeikasgasemissies. Een snelle omslag van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen is dan ook een cruciale hefboom om de volledige Europese Unie klimaatneutraal te krijgen tegen 2050. Met een aangescherpte richtlijn voor hernieuwbare energie drijft de Europese Commissie het tempo op. Tegelijkertijd scherpt het voorstel van de Europese Commissie ook de duurzaamheidscriteria voor biomassa aan, want het is niet de bedoeling dat natuur opgeofferd wordt voor energiebehoeften.

Aangescherpte doelstelling

Om ervoor te zorgen dat hernieuwbare energie stelselmatig fossiele energie vervangt, legt Europa doelstellingen op. In 2010 verbond de Europese Unie zich ertoe om tegen 2020 20% van de energie uit hernieuwbare bronnen te halen, een onderdeel van de 20-20-20 doelstelling. In 2019 stond de teller op 19,4%, dus op een zucht ervan. 

In 2018 voegde de Unie de doelstelling toe om 32% te halen tegen 2030. Die wordt nu door de herziene hernieuwbare energierichtlijn opgetrokken: de lat wordt op 40% gelegd.

De richtlijn werkt met subdoelstellingen voor bepaalde sectoren. Zo moet tegen 2030 49% van de energie die verbruikt wordt door gezinnen en kantoren van hernieuwbare oorsprong zijn. De koolstofuitstoot per kilometer van het transport moet met 13% dalen. Voor verwarming en koeling moet het aandeel hernieuwbare energie jaarlijks minstens 1,1% groeien.

Industrie ook aan zet

Ook de industrie krijgt een groeipad van jaarlijks 1,1% hernieuwbare energie opgelegd. Daarenboven bepaalt de richtlijn dat tegen 2030 de helft van de waterstof voor industrieel gebruik een hernieuwbare oorsprong moet hebben. Met die eis wil Europa de waterstofeconomie stimuleren en voldoende afname van groene waterstof garanderen.

De aangescherpte richtlijn voor hernieuwbare energie laat bedrijven toe om via labels duidelijk te maken op basis van welk aandeel hernieuwbare energie de producten zijn geproduceerd. Een staalfabriek bijvoorbeeld kan dan zo aangeven dat haar staal groen is. De Europese Commissie hoopt op die manier duurzamere producten aantrekkelijker te maken, en toegankelijk voor de klant die ernaar vraagt.

Het voorstel van de Commissie breekt ook een lans voor restwarmte. Het maakt het voor bedrijven die restwarmte kunnen leveren, gemakkelijker om aan te sluiten op een warmtenet, dat woonwijken kan verwarmen.

In eigen land moet de scheeftrekking tussen de stroomprijs en de brandstofprijzen rechtgetrokken worden, want dat is de voornaamste belemmering voor de doorbraak van warmtepompen.

Bio-energie aan banden gelegd

Biomassa telt mee als hernieuwbare brandstof in de aangescherpte richtlijn, maar het is ook een waardevolle grondstof. Om de klimaatdoelstellingen met deze van een circulaire economie te verzoenen, hanteert Europa het cascade-principe: voorop staat het gebruik als grondstof, de levensduurverlenging van de producten en hergebruik. Pas dan volgt recyclage van de grondstoffen. Bio-energie komt pas op de vijfde plaats. 

Om dat hard te maken verbiedt de Europese Unie vanaf 2026 dat lidstaten nog steun geven aan energieproductie op basis van bepaalde biomassastromen (zoals  houtblokken en wortelhout) of om er stroom mee te maken zonder warmterecuperatie. Daarnaast legt de Commissie een aantal eisen op die ervoor moeten zorgen dat biodiversiteit en bodemkwaliteit door de ontginning van biomassa niet achteruit gaat. 

België moet een tand bijsteken

In 2019 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in de Belgische mix 9,87%. België zal dus zijn eigen doelstelling van 13% voor 2020 niet hebben gehaald. Ons land bouwt daarmee een achterstand op, dit terwijl op Europees niveau het aandeel moet verdubbelen tegen 2030.

Ons land zal dus een flinke tand moeten bijsteken. Om het nodige investeringsritme te halen, moeten de gewesten - waaronder Vlaanderen  - dringend investeringen in zon en wind aantrekkelijk maken. De Vlaamse overheid moet dus zon en wind duidelijker in de verf zetten als de energietechnologieën van de toekomst. Zeker zonnepanelen hebben baat bij positieve communicatie, na de enorme imagoschade die ze eerder dit jaar opliepen, hoewel het nu met de historisch hoge energieprijzen meer dan ooit loont om erin te investeren.

Ook moet dringend de scheeftrekking tussen de stroomprijs en de brandstofprijzen rechtgetrokken worden, want dat is de voornaamste belemmering voor warmtepompen, nochtans een belangrijke technologie warmte te vergroenen.

Fit for 55

Meer over Fit for 55