Dit maakt deel uit van het project Life4BelgianClimate, dat financiering heeft ontvangen van het LIFE Programme van de Europese Unie.
De inhoud geeft alleen de mening van de makers weer; CINEA is niet verantwoordelijk voor het gebruik van de gepubliceerde informatie.

 

Zonder betaalbare alternatieven blijft een grote groep Europeanen, Belgen en Vlamingen noodgedwongen klem zitten in vervuilende huizen, wagens en fabrieken. - © Shane Rounce

Fit for 55 verlegt steen voor sociaal-rechtvaardige klimaattransitie

Zonder betaalbare alternatieven blijft een grote groep Europeanen, Belgen en Vlamingen noodgedwongen klem zitten in vervuilende huizen, wagens en fabrieken. - © Shane Rounce

Leiden de Fit for 55-voorstellen tot een verdieping van bestaande problemen als energie- en transportarmoede? Of kunnen we klimaatactie verbinden met sociale vooruitgang? Deze vraag zal niet alleen de politieke en publieke steun voor het pakket bepalen, ze is ook cruciaal voor de uitrol op het terrein. Want zonder betaalbare alternatieven blijft een grote groep Europeanen, Belgen en Vlamingen noodgedwongen klem zitten in vervuilende huizen, wagens en fabrieken. Europa verlegt met het sociaal klimaatfonds een steen. Aan België en Vlaanderen om daarop verder te werken.

Verschillende van de Fit for 55-voorstellen hebben grote sociale implicaties, of het nu gaat over de aanscherping van het bestaande ETS-systeem of over de verhoging van het renovatietempo. Vanwege de zeer grote verschillen inzake welvaart en draagkracht, zowel binnen als tussen de Europese lidstaten, heeft een versnelling van de klimaattransitie onvermijdelijk ongelijke gevolgen. Dat betekent niet dat we onze klimaatambities dan maar moeten laten varen, wél dat er nood is aan een beleid dat deze sociale en ecologische doelstellingen proactief met elkaar verbindt.

Vanuit sociaal oogpunt gaat de meeste aandacht vandaag uit naar de invoering van een nieuw emissiehandelssysteem voor gebouwen en wegtransport. De vrees is dat de invoering onevenredig zwaar zal wegen op de schouders van armere huishoudens (en landen). Deze spenderen namelijk een relatief groot deel van hun inkomen aan energie. Ze hebben bovendien onvoldoende toegang tot financiering om te investeren in energierenovaties of elektrische wagens. Ook plotse prijsstijgingen komen harder aan.  Zelfs in een rijk land als België kampt één op de vijf huishoudens vandaag al met energiearmoede. De sociale en politieke inzet van dit voorstel is dus enorm.

De Europese Commissie beseft het belang van een eerlijke transitie, en haar voorstellen bevatten verschillende instrumenten die oplossingen kunnen bieden. Enkele voorbeelden zijn de vrijstellingen voor sociale tarieven in de nieuwe richtlijn energiebelastingen, een versterkte Europese solidariteit via het modernisatiefonds, de doelstellingen inzake energiebesparingen voor huishoudens in energiearmoede, of nieuwe regels die lidstaten verplichten om hun ETS-inkomsten te spenderen aan klimaatbeleid en sociale ingrepen. Vorig jaar was er ook al de oprichting van het Just Transition Mechanism. 

Met het sociaal klimaatfonds zet de Europese Commissie een belangrijke stap. Toch zijn er nog zorgen over de uitrol. En bovendien blijven veel hefbomen in handen van de lidstaten;

Sociaal klimaatfonds

Het belangrijkste nieuwe initiatief is de oprichting van een Sociaal Klimaatfonds. Dit fonds is verbonden met het emissiehandelsysteem voor gebouwen en transport:  de voorziene  €72 miljard aan middelen uit het fonds (te spenderen tussen 2025 en 2032) zouden gefinancierd worden met 25% van de inkomsten uit het nieuwe ETS. 

De Commissie voorziet een aantal mogelijke bestemmingen voor dit geld. Een eerste optie is directe inkomenssteun, om de sociale gevolgen van een stijging in de brandstofprijzen tijdelijk op te vangen.  Een tweede optie is meer structureel: investeringen die sociale en klimaatdoelstellingen combineren. Dit kan onder meer gaan om renovatiesteun voor de woningen van zeer slechte kwaliteit (met bijzondere aandacht voor huurders), of maatregelen voor betaalbaar ‘zacht’, duurzaam en openbaar transport.

Om toegang te krijgen tot dit geld, moeten de lidstaten voor 2024 een ‘sociaal klimaatplan’ opstellen met daarin de concrete maatregelen die het Fonds zal ondersteunen. Ze moeten 50% van dit plan zelf cofinancieren. Hiervoor kunnen ze bijvoorbeeld een deel van de eigen inkomsten uit het nieuwe ETS aanwenden. De bedoeling is dat deze middelen ook al deels vrijkomen vanaf 2025, dus vóór het nieuwe ETS in werking treedt. Zo kunnen er al op voorhand maatregelen getroffen worden. 

200 miljoen per jaar voor België

België zou binnen het voorgestelde Fonds aanspraak maken op €1,8 miljard, te spenderen tussen 2025 en 2032, per jaar ongeveer €200 miljoen. Weetje: dat is evenveel als we vandaag besteden aan de sociale ondersteuning voor gas en stookolie. Bij een laag ingeschatte koolstofprijs (€40/ton CO2) brengt het ETS-systeem zelf ons land jaarlijks nog eens €700 miljoen op aan bijkomende middelen. De federale klimaatadministratie berekende al dat we dit geld kunnen gebruiken om lage en middeninkomens te compenseren, waardoor het verdelingseffect zelfs progressief wordt. Zonder zo’n herverdelingsmechanisme worden ook in ons land de armste inkomens relatief harder getroffen.

Met het sociaal klimaatfonds en de voorziene koppeling tussen nieuwe inkomsten en sociaal-ecologische uitgaven zet de Europese Commissie een belangrijke stap. Toch zijn er nog zorgen: is het budget toereikend in het licht van de uitdaging? Zullen prijsprikkels voor consumenten op een voldoende voorspelbare manier uitgerold worden? Krijgen de verschillende stakeholders inspraak bij de opmaak van sociale klimaatplannen? 

Tegelijkertijd is duidelijk dat ook de lidstaten een grote verantwoordelijkheid zullen dragen. Zo zullen ze in het ontwerp van een eigen klimaatbeleid ook telkens de sociale dimensie moeten inbouwen. Veel van de sociale hefbomen blijven in handen van de lidstaten en hun deelregeringen. 

Fit for 55

Meer over Fit for 55