Hoe verteert de Vlaamse industrie de ETS-aanscherpingen in het Fit for 55-pakket? En wat met de koolstofgrenstaks? - © Ümit Yıldırım

Hoe fit wordt Vlaamse industrie?

  Hoe verteert de Vlaamse industrie de ETS-aanscherpingen in het Fit for 55-pakket? En wat met de koolstofgrenstaks? - © Ümit Yıldırım

In het fit for 55-pakket is de belangrijkste maatregel voor industrie de CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism). Het is een taks ‘aan de grens’ voor elke producent die importeert naar de Europese markt, op basis van de CO2-intensiteit van het product. Daarnaast krijgt de industrie ook nog een aanscherping van het emissiehandelssysteem (ETS) voorgeschoteld. Hoe zal onze Vlaamse industrie dit verteren? 

Koolstofheffing aan de Europese grens

De koolstofgrensheffing is een taks voor importeurs uit elk land dat het Europees ETS-systeem niet toepast of een CO2-prijs toepast. De taks moet betaald worden vanaf 2026, op basis van de koolstofhoeveelheid van het product. De producenten van cement, elektriciteit, ammoniak, ijzer, staal en aluminium zullen voortaan moeten betalen voor hun producten als ze die op de Europese markt willen brengen. Dit is van toepassing op de directe emissies zoals CO2, N2O en PFC’s. De scope kan in een tweede fase verder uitgebreid worden, zowel richting indirecte emissies als naar nieuwe sectoren. 

Wie producten op de Europese markt wil brengen, zal CBAM-certificaten moeten aankopen, op basis van wekelijkse prijzen. Op die manier kan de EU-ETS aan belang winnen en zullen prijsschommelingen meegenomen worden. Per land zal een competente autoriteit aangeduid worden die deze CBAM-markt in het oog houdt.

De Vlaamse chemie moet voorloper worden om haar expertise en nieuwe technologieën te exporteren naar het buitenland.

Waarom is het belangrijk? 

De Europese industrie is al langer vragende partij van een heffing aan de grens. Zo worden ze beschermd tegen producenten die zich niet moeten inspannen voor het klimaat en veelal vervuilende en goedkopere producten op de markt brengen. Een heffing is goed voor de concurrentie, zo klinkt het. Ook de milieubeweging is al langer voorstander: zo worden ook buitenlandse producenten gestimuleerd tot klimaatactie, en het is een signaal voor regeringen elders in de wereld om zelf een systeem op te zetten voor koolstofbeprijzing. Met de CBAM werk je ook nog het argument van concurrentieverstoring (“carbon leakage”) weg. 

Nog wel een heikel punt: de gratis emissierechten, die door het ETS-systeem verdeeld worden onder de industrie, blijven nog zeker tot 2036 bestaan. Een CBAM én daarenboven gratis emissierechten, dat is een bescherming te veel. Dat moet nog rechtgezet worden. En toch toont de Europese Commissie hiermee hoe ze de industrie wil transformeren. 

Wat betekent het voor Vlaanderen? 

Het beleid heeft vooral een impact op derde landen, die materialen importeren richting Europa. Toch zal de impact ook op Vlaams niveau aanzienlijk zijn. 

ArcelorMittal in Gent is voorstander van de koolstoftaks maar waarschuwt dat het enkel van toepassing is op ingevoerde producten, en niet op producten die bestemd zijn voor consumptie in eigen land. Dit zorgt ervoor dat buitenlandse staalbedrijven maar een beperkt deel, het exportdeel, van hun staalproductie moeten vergroenen. Om dit op te lossen pleiten Europese staalbedrijven voor een level playing field tussen Europese staalbedrijven en buitenlandse bedrijven. Zo ga je ook de buitenlandse markten aanzetten om hun klimaatambitie aan te scherpen. 

Vlaanderen heeft een sterke chemische cluster in de Antwerpse Haven. Chemische producten, met uitzondering van ammoniak, zijn echter uitgesloten van deze koolstofgrensheffing. Dat zorgt ervoor dat de chemie minder beschermd is tegen opkomende (maar meer vervuilende) markten. En dat de sector tegelijk minder handvatten krijgt om te investeren in duurzame oplossingen. We hopen daarom dat Essenscia, de federatie van de chemische sector, een ambitieuze CBAM mee ondersteunt. Dat is in het belang van de toekomst van de sector zelf. Vroeg of laat zullen alle kunststofproducenten moeten omschakelen richting klimaatneutraliteit. De Vlaamse chemie moet voorloper worden om haar expertise en nieuwe technologieën te exporteren naar het buitenland. Wetende dat de kunststofmarkt nog volop moet groeien in het Oosten, is dit een interessante piste.

Een andere belangrijke vraag waar industrie en milieubeweging met grote spanning naar kijken, is of de EU ook nog de export zal beschermen. Op dit moment wordt geen melding gemaakt van “exportkortingen” (rebates), maar dit roept weerstand op bij belanghebbenden uit de - veelal exporterende - Europese industrie. Door bv. gratis emissierechten te krijgen voor alle producten die worden geëxporteerd, zou eerlijkere concurrentie worden nagestreefd, aldus de industrie. Nochtans stroken deze kortingen niet met de WTO-regels (wereldhandelsorganisatie) omdat het beschouwd wordt als een subsidie. Met de kortingen zouden de Europese producenten ook aan ‘resource shuffling’ kunnen doen: klimaatvriendelijke producten in EU te verkopen en de vervuilende exporteren. Daar wint het klimaat niets bij. Voor Vlaanderen, een groot exportland, wordt dit nog een gevoelige kwestie.

Interessant voor de de Vlaamse industrie is dat het ETS-innovatiefonds wordt versterkt.

Aanscherping van het ETS-systeem

Ook de industrie ontsnapt niet aan de verscherping van het ETS-systeem. Het emissieplafond wordt bijgesteld: tegen 2030 moeten de emissies dalen met 61% ten opzichte van 2005. Belangrijk voor industrie is dat CCU, het hergebruiken van opgevangen CO2, nu wel wordt opgenomen in het ETS-systeem. Dat kan alleen als de industrie aantoont dat ze deze broeikasgassen permanent en chemisch kan binden in een product, zodat ze niet meer in de atmosfeer terechtkomen. 

Interessant voor de de Vlaamse industrie is dat het ETS-innovatiefonds wordt versterkt. Als we rekenen aan 50 euro per ton, zou dit fonds 50 miljard kunnen bevatten tegen 2030. Daar zullen ook projecten via nieuwe financiële instrumenten als carbon contracts for difference (het kostprijsverschil van innovatieve en grootschalige projecten ten opzichte van de koolstofintensieve tegenhanger compenseren) worden gefinancierd. Maar met deze middelen worden voornamelijk klimaatprojecten beoogd  (CO2-opvang, hernieuwbare energie). Een gemiste kans dat alternatieve invalshoeken zoals circulaire principes en vraagreductie geen kans maken op financiering. 

Vlaanderen zet met haar Moonshot-beleid in op fundamenteel basisonderzoek en wil verschillende nieuwe technologieën verkennen. Net daarom is het aangewezen om middelen te vinden waarmee pilots en demo’s gebouwd worden die technologieën opschalen. In 2021 dongen bijna 20 Belgische bedrijven mee naar subsidies voor small-scale projecten in het kader van het ETS-Innovation Fund, maar van de ongeveer 250 inzendingen haalde geen enkel Belgische applicatie het. Voor large-scale projecten is bv. het project North-C-Methanol wel nog in de running. Resultaten worden verwacht in het najaar van 2021. Willen we van onze industrie een innovatieve voorloper maken, dan moeten we die opschaling voorzien en dergelijke middelen wél binnenhalen. 

Fit for 55 Zware industrie

Meer over Fit for 55, Zware industrie