Maar één ding is al duidelijk over de kernenergiedeal: goedkoop wordt deze stroom niet. Bovendien liggen alle risico's bij de overheid. (c) vwalakte via Freepik

De Engiedeal: hoe lager de stroomprijs, hoe slechter voor de Belgische staatskas

Maar één ding is al duidelijk over de kernenergiedeal: goedkoop wordt deze stroom niet. Bovendien liggen alle risico's bij de overheid. (c) vwalakte via Freepik

Na meer dan anderhalf jaar onderhandelen, ondertekenden de Belgische regering en Engie op 13 december het contract voor de uitbreiding van de twee kernreactoren Doel 4 en Tihange 3. De hamvraag was steeds: hoeveel gaat het de belastingbetaler kosten? Dat weten we pas binnen 10 jaar. Maar één ding is al duidelijk: goedkoop wordt deze stroom niet. Bovendien liggen alle risico's bij de overheid. 

De overeenkomst tussen de Vivaldi regering en energiebedrijf Engie telt zowat 1000 pagina's met juridische details. Engie kreeg garanties dat er geen weg terug meer is. Alle financiële risico’s zijn geëvacueerd van de uitbater naar de Belgische staat. Niet alleen die voor het beheer van het kernafval, ook voor de uitbating van de twee kernreactoren.

Een prijsgarantie verzekert Engie van regelmatige inkomsten, onafhankelijk van de onvoorspelbare toekomstige energieprijzen. Als de marktprijzen voor stroom lager zakken dan het niveau van deze prijs, zal de belastingbetaler het verschil moeten bijpassen. Als de prijzen omhoog gaan, betaalt de uitbater een toeslag aan de overheid.

De prijsgarantie ligt nog niet vast, alleen de berekeningswijze. Deze is gebaseerd op de kosten voor de moderniseringswerken die nodig zijn voor de verlenging. Het niveau van de prijsgarantie wordt zo vastgelegd dat het bedrijf zeker zijn deel van de investering terugverdient met een standaardrendement van 7 procent. Daardoor nam de federale overheid ook het risico voor uit de hand lopende renovatiekosten bij Engie over.

Volgens berekeningen van de zakenbank Lazard ziet het ernaar uit dat de prijsgarantie voor de nucleaire stroom nu 81 euro per megawattuur zal bedragen. Die nieuwe raming ligt opvallend hoger dan toen eind juni het tussentijds akkoord met Engie werd gesloten. De regering verwachtte toen een prijsgarantie tussen 65 en 75 euro, cijfers die onder meer door de inflatie niet meer realistisch zijn.

Hoge energieprijzen goed voor de begroting?

Toch is deze nieuwe evaluatie nog steeds geen sluitend antwoord op de vraag hoeveel de belastingbetaler op tafel zal moeten leggen. Of dit tot winst of verlies voor de overheid leidt, hangt van de ontwikkeling van de marktprijzen af en wordt dus pas op het eind van de rit duidelijk. Voor Engie zijn de kosten nu wel helder berekenbaar. Alle onzekerheden liggen bij de overheid.

En het is toch een gekke deal: dat de prijsgarantie nu zo hoog ligt, betekent dat de overheid alleen kans op winst heeft als de elektriciteitsprijs ook in toekomst hoog blijft. Hoe lager de marktprijzen voor elektriciteit, hoe slechter voor de staatskas. En dit in een context van groothandelsprijzen die nu terug onder de 90 euro per megawattuur liggen, en de steeds verder dalende kost van hernieuwbare energie. De wereld staat op z’n kop: gaan we nu tijdens de volgende legislatuur een blije minister van begroting zien als de energieprijzen de pan uit swingen?

Lessen

Er zijn alvast een hele reeks lessen uit dit onderhandelingsresultaat te leren. Bedrijven en privé-investeerders zijn niet meer bereid de financiële risico’s te dragen die met kernenergie verbonden zijn. Ze stappen enkel in bij alles dekkende staatsgaranties.

De vraag is ook of het addertje onder het gras nog zal bijten: de Europese Commissie moet ook nog beoordelen of de overeenkomst tussen de regering en Engie beantwoordt aan de staatssteunregels. Het zou toch erg straf zijn dat ze het bevoordelen van één partij met een prijsgarantie, overheidsparticipatie in de uitbating én een plafond op de berging van het kernafval als redelijk beschouwt. Erg liberaal is deze deal alvast niet. 

Het zal vooral pijnlijk zijn wanneer het geld dat nu wordt geïnvesteerd in een noodoplossing voor korte termijn, vervolgens niet beschikbaar is voor duurzame investeringen in de echte energietransitie, zoals in interconnectoren en netuitbreiding om hernieuwbare energiebronnen aan te sluiten.

Laten we tot slot niet vergeten dat kernenergie bovenal onbetrouwbaar en onveilig is. De hoge elektriciteitsprijzen van 2022 zijn in belangrijke mate mee veroorzaakt door meerdere corrosieproblemen bij Franse kernreactoren. Ook de oorlog in Oekraïne, inclusief de verontrustende veiligheidstoestand van de kerncentrale in Zaporizja, zou ons tot nadenken moeten stemmen.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap