Uitzonderingsregels knagen elke dag aan het landschap. Foto: Dim Hou/Unsplash

Sluipmoord op de open ruimte

Uitzonderingsregels knagen elke dag aan het landschap. Foto: Dim Hou/Unsplash

Net in de week dat Pano een reportage brengt over de bedenkelijke banden tussen bouwpromotoren en lokale politici, verschijnt het nieuwe boek “Met voorbedachten rade. De sluipmoord op de open ruimte” van Peter Renard, Tom Coppens en Guy Vloebergh. In dit boek wordt het non-beleid voor ruimtelijke ordening van de afgelopen veertig jaar tot op het bot gefileerd. Spoiler alert: het algemeen belang van de open ruimte verloor kansloos van het particulier belang om overal te bouwen.

Wat we zelf doen, doen we niet

Sinds 1980 is Vlaanderen zelf bevoegd voor zijn ruimtelijke ordening. Het had het begin van een doortastend open ruimtebeleid kunnen zijn. Helemaal naar het adagio van Gaston Geens (CVP), de eerste Vlaamse minister-president: ‘Wat we zelf doen, doen we beter.’ Helaas, dat gaat alvast niet op voor ruimtelijke ordening.

Een constante in die 40 jaar ruimtelijke wanorde: planning moet de duimen leggen voor het vergunningenbeleid. Wetswijzigingen worden aan de lopende band goedgekeurd om maximaal te kunnen vergunnen en om vooral zoveel mogelijk functies in zonevreemd gebied mogelijk te maken. Zonevreemde woningen kregen ‘basisrechten’... alsof het mensenrechten zijn. Vrijstellingen en de invoering van de soepele melding verving de vergunningplicht.

Het boek ‘Met voorbedachten rade’ beschrijft een reeks van meer dan veertig decreetwijzigingen in minder dan twintig jaar tijd. Herziening na herziening komt de Vlaamse regering met nieuwe afwijkingen, en er kwamen uitzonderingen op de afwijkingen. Die uitzonderingen hebben een duidelijk doel: meer ontwikkeling in de open ruimte mogelijk maken. Er kwam nagenoeg geen enkele wetswijziging om de open ruimte beter te beschermen.

Dit alles transformeerden de open ruimte geruisloos, maar ingrijpend, tot een rommelig landschap.

Ruimtelijke plannen staan in de weg

Voor dat soepel vergunningenbeleid zijn ruimtelijke plannen een hinderlijke sta-in-de-weg. Eind jaren ’90 bracht de goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan nochtans hoop. Dit Vlaams plan voor een betere ruimtelijke ordening zou bouw in de steden en dorpskernen aanmoedigen, en zo de open ruimte ertussen sparen. Dat liep enkele jaren goed. Het ruimtebeslag daalde van 12 ha per dag naar 6 ha per dag. Maar al snel werd ook dit plan ondergraven door nieuwe uitzonderingsregels, waaronder de zonevreemde basisrechten.

Op de opvolger van dit structuurplan – de betonstop of bouwshift - is het ondertussen al vijftien jaar wachten. We kregen een groenboek, een witboek en uiteindelijk enkel een niet-bindende strategische visie. Er is geen geloofwaardige strategie, enkel vage voornemens waar je nog alle kanten mee op kan. Ondertussen bouwen we de open ruimte verder vol.

Ook met de ruimtelijke uitvoeringsplannen, die bestemmingen op het gewestplan kunnen corrigeren, loopt het niet zoals het moet. Zo raken de plannen voor de signaalgebieden niet goedgekeurd. Die kunnen de bouw in overstromingsgebieden stoppen. Logisch, zou je denken. Maar het schrappen van bouwgronden ligt politiek gevoelig in Vlaanderen, dus blijft het dode letter.

Handhaving?

Een ander pijnpunt is de gebrekkige handhaving van bouwmisdrijven. Eind jaren ‘90 werden grote bouwovertredingen -zoals een huis bouwen zonder vergunning in natuurgebied - nog afgebroken door de Vlaamse overheid. Maar ondertussen kunnen overtredingen geregulariseerd worden met een boete, of simpelweg verjaren.

Een sterke Vlaamse bouwinspectie is daarom noodzakelijk. De nauwe kloof tussen politiek en burger staat in vele gemeenten een kordate handhaving in de weg. Nochtans is er wel degelijk een draagvlak. Dat wordt gevormd door alle Vlamingen die zich wél aan de regels houden. Maar hun steun sneuvelt zonder rechtvaardige handhaving.

Oplossingen

Hoe geraken we hieruit? Volgens de auteurs moet Vlaanderen teruggrijpen naar de drie-eenheid van plannen, vergunnen en handhaven. Toch als we de nog resterende open ruimte echt willen vrijwaren. Het vergunningenbeleid moet de doelstellingen van de planning uitvoeren, in plaats van er tegenin te gaan. Het moet ook allemaal veel eenvoudiger. In de doolhof van gewestplannen, structuurplannen, uitvoeringsplannen en uitzonderingen, vinden enkel gespecialiseerde juristen nog hun weg. Daar profiteert vooral de bouwsector van. Decretale afwijkingen en uitzonderingsregels knagen elke dag aan open ruimte en landschap. Die schrappen, maak dat maar een Vlaamse prioriteit.

Met voorbedachten rade. De sluipmoord op de open ruimte. Auteurs Peter Renard, Tom Coppens en Guy Vloebergh. Kritak, 24,99 euro. 

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Meer over Beleidsplan Ruimte Vlaanderen