Statiegeld zwerfvuil Ben Kerckx

Het aandeel blikjes in zwerfvuil nam in Nederland alleen maar toe met de jaren. In Vlaanderen zal dat beeld niet anders zijn. Waarom dan wachten? © Ben Kerckx

Nederland kiest voor statiegeld op blik: waar wacht Vlaanderen nog op?

Het aandeel blikjes in zwerfvuil nam in Nederland alleen maar toe met de jaren. In Vlaanderen zal dat beeld niet anders zijn. Waarom dan wachten? © Ben Kerckx

Vanaf 31 december 2022 heft Nederland statiegeld op blikjes. Dat is een grote overwinning voor het milieu en de leefomgeving: het aandeel van blikjes in zwerfvuil zal tot 90% afnemen, en daarmee zullen ook de kosten voor het opruimen en inzamelen van dit afval fors dalen. De cijfers, de voorbeelden uit buurlanden en het draagvlak zijn er: hoog tijd dat ook Vlaanderen statiegeld invoert. 

De Nederlandse case

Na tien jaar politiek gekrakeel rond het statiegelddossier zag de Nederlandse milieubeweging een lichtpunt toen Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Sientje Van Veldhoven, vorig jaar in april besliste dat er statiegeld zou komen op kleine plastic flesjes.

Voordien hadden het kabinet en de verpakkingssector afspraken gemaakt rond het terugdringen van het aandeel flesjes in het zwerfafval. Dit moest met ten minste 70 procent teruggebracht worden tegen het najaar van 2021. Lukte dat niet, dan zou er statiegeld volgen. Maar het percentage flessen in zwerfvuil daalde niet, integendeel, het steeg met maar liefst 7 procent. En zo kwam er na de invoering van het statiegeld van 25 eurocent op plastic flessen vanaf 1 liter, ook statiegeld van 15 eurocent op kleine plastic flessen.

Deze afspraak was in eerste instantie enkel van toepassing voor plastic flesjes. Een gelijkaardig ultimatum werd tegelijkertijd ook gesteld voor blikjes. De producenten kregen dus ook eerst de kans om de zwerfafvalproblematiek aan te pakken (vermindering met 70% tegen 2022). Al heel snel was duidelijk dat de producenten niet aan deze doelstelling konden voldoen. Meer zelfs, het werd onmiddellijk duidelijk dat het aantal weggegooide blikjes alleen maar was toegenomen. En dus was de invoering van statiegeld het logische gevolg. Die gaat van start op 31 december 2022 zodat de dranksector en supermarkten voldoende tijd krijgen om zich erop voor te bereiden.

Het wordt alvast erg interessant om te kijken hoe onze noorderburen het statiegeldsysteem uitrollen en hoe de supermarkten zullen meewerken om de blikjes van de consument te aanvaarden.

Zonder een statiegeldsysteem zijn de oude engagementen (90% van de drankverpakkingen inzamelen en recycleren tegen 2022) volstrekt onhaalbaar.

Hoe zit het ondertussen in Vlaanderen?

Het goede voorbeeld uit Nederland voert de druk op Vlaanderen nog meer op. Brussel en Wallonië hadden al plannen om statiegeld in te voeren. Ook de federale regering geeft een extra duwtje: ze gaat na of een verpakkingsheffing “wenselijk” is. Zij rekent daarvoor op de deelstaten en de sectoren. Vlaanderen kan nu toch stilaan niet meer achterblijven. Dat zou leiden tot statiegeldsafari en hogere kosten voor de verpakkingsproducenten, die instaan voor het statiegeldsysteem.

De huidige Vlaamse regering geeft momenteel echter geen krimp. De vorige Vlaamse Regering had met het verpakkingsplan 2.0 het statiegeldvraagstuk zelfs op de lange baan geschoven. Ondertussen blijven de oude engagementen wel bestaan: tegen 2022 moet 90% van de drankverpakkingen ingezameld en gerecycleerd worden. Een onmogelijke opdracht zonder enige vorm van een statiegeldsysteem. Het verpakkingsplan spreekt verder van een evaluatie van die doelstelling eind 2023. Als deze niet gehaald worden, dan “zal de sector gevraagd worden om statiegeld te organiseren of een veralgemeend beloningssysteem in te voeren.” Eigenlijk is dat dezelfde opzet als in Nederland, maar met een veel latere timing.

De ervaring uit Nederland leert ons dat de sector het aandeel flesjes en blikjes in het zwerfvuil helemaal niet kan reduceren. Deze namen alleen maar toe met de jaren. In Vlaanderen zal dat beeld niet anders zijn. Waarom wacht de Vlaamse Regering dan tot 2023? 

Behalve Nederland kozen eerder ook al Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden voor statiegeld. De tijd dringt om aansluiting te vinden met deze gidslanden.

Het draagvlak is er

Na succesvolle campagnes als ‘de Statiegeldalliantie’, waar meer dan 150 Vlaamse gemeenten zich aansloten en de meer recente “Yes, We Can”, waar onder andere de Bond Beter Leefmilieu haar schouders onder zette samen met honderden andere organisaties en bedrijven, is het maatschappelijk draagvlak de laatste jaren alleen maar gegroeid.

Uit marktonderzoek van 2019 van Recycling Netwerk werd duidelijk dat 8 op de 10 Vlamingen statiegeld wil. Dat komt overeen met de mening van de kiezers van de regeringspartijen: 80 procent van de N-VA-kiezers en 75 procent van de Open VLD-kiezers vinden statiegeld een goede maatregel. CD&V toont zich al langer voorstander van statiegeld. Eergisteren tweette Joachim Coens, voorzitter van CD&V, nog dat de beslissing van de Nederlandse regering een goede zaak is.

Het is hoog tijd om een doorbraak te forceren over dit dossier binnen de Vlaamse Regering. Anders dreigt Vlaanderen een eiland te worden tussen landen en gewesten waar statiegeld op plastic flessen en blikjes de regel is. Willen wij ook minder blikjes in onze bermen, bossen, koeienmagen of sloten, dan is statiegeld nu eenmaal de meest effectieve oplossing. 

Behalve Nederland kozen eerder ook al Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden voor statiegeld. De tijd dringt om aansluiting te vinden met deze gidslanden.

Statiegeld Recycling Netwerk Benelux

Meer over Statiegeld