Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard (26/11/2021) en werd geschreven door de West-Vlaamse Milieufederatie. Het stuk werd ook ondertekend door Natuurpunt & Bond Beter Leefmilieu - ©  Hendrik Moeremans

Hoe Vlaanderen z'n eigen waterveroordeling organiseerde

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard (26/11/2021) en werd geschreven door de West-Vlaamse Milieufederatie. Het stuk werd ook ondertekend door Natuurpunt & Bond Beter Leefmilieu - ©  Hendrik Moeremans

Als we ons ­water niet au sérieux nemen, stevenen we af op een impasse vergelijkbaar met de stikstofcrisis, waarschuwen WMF, Natuurpunt & BBL.

Dat onze natuur kreunt onder de stikstofdruk, is bekend. De basis voor het stikstofbeleid, de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), ligt in de habitatrichtlijn van Europa, die het behoud van de Europese beschermde natuur regelt. Maar de druk op de natuur komt niet alleen vanuit de lucht. Ook waterkwaliteit is cruciaal. Daarom heeft de Europese Unie de ­kaderrichtlijn Water in het leven ­geroepen, die de lidstaten dwingt om hun watersysteem gezond te houden: voldoende water van goede kwaliteit voor zowel het waterleven als voor het leven dat afhankelijk is van water, ­zoals watervogels. De hotspot daarvoor in West-Vlaanderen is De Blankaart: 400 hectare waterrijke natuur als pleisterplaats voor palingen, snoeken, rietzangers en lepelaars. Ooit was er zelfs de otter.

Samen met de waterkwaliteit, kwam ook dat waterleven onder druk. De Blankaart staat bovendien in voor het drinkwater voor een derde van de West-Vlamingen. Ook de aanvoer daarvan kan nu slechts nog in bepaalde periodes, door de sterke vervuiling van de waterlopen. Oorzaak? Huishoudens zonder riolering, ­industriële lozingen en de intensivering van de landbouw. Wat specifiek voor deze ­regio doorweegt: de trend om graslanden om te vormen naar intensieve groente- en aardappelteelt.

Haalbaar en betaalbaar

De ambitie die de Vlaamse Overheid voor haar watersysteem zou moeten hebben, zit vervat in de Europese ­kaderrichtlijn Water. De Vlaamse stroom­gebiedbeheerplannen moeten geen creatieve hoogstandjes zijn, de regering moet die Europese kaderrichtlijn gewoon uitvoeren. Samen met andere beleidsplannen voor stikstof of mest moeten ze de natuur en onze omgeving weer in goede gezondheid brengen.

De erbarmelijke waterkwaliteit in West-Vlaanderen is een gevolg van politieke keuzes, in het verleden én vandaag

 

Dat is alvast niet wat de huidige plannen doen voor de twee enige West-Vlaamse afstroomgebieden-met-ambitie, de Poekebeek en De Blankaart. Mede vanwege haar belang in de watertoevoer, duidden de verschillende overheden De Blankaart bij het ­opstellen van de nieuwe waterplannen (Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2026) aan als ‘speerpunt­gebied klasse 3’. In mensentaal: met een ­extra duwtje zouden deze bekkens tegen 2027 een goede ecologische toestand kunnen bereiken.

Maar intussen werd door de bekkenraad – de vergadering van lokale, regionale en Vlaamse waterbeheerders – het credo ‘haalbaar en betaalbaar’ misbruikt om de ambities terug te schroeven. De doelstelling werd met een pennentrek verschoven naar 2033 – en dat tijdens een openbaar ­onderzoek nota bene, waarin veel burgers en milieuorganisaties nog opriepen om net méér ambitie te tonen ­inzake waterbeleid.

Al helemaal ontgoochelend is dat de bekkenraad aangeeft dat MAP7 (het nieuwe mestplan dat nog geschreven moet worden) noch de rioleringsplannen een gunstige waterkwaliteit zouden kunnen realiseren tegen de afgesproken datum. Financiering is maar een stuk van het verhaal. Werken die nu in de startblokken worden gezet, halen de eindmeet nooit in 2027.

Vrije teeltkeuze als hoger doel

De erbarmelijke waterkwaliteit in West-Vlaanderen is een gevolg van ­politieke keuzes in het verleden, maar ook van de keuzes die vandaag ­gemaakt worden. Want de West-Vlaamse politiek en economie ondersteunen de boom van de groente- en aardappelteelt in de regio van De Blankaart. Het is schijnbaar onhaalbaar (en onbetaalbaar) om die in regel te brengen met de omgeving. De groenteteelt heeft haar grootste watervraag op hetzelfde moment als de natuur.

Dat daarbij het streefpeil van het waterrijke gebied moet sneuvelen, lijkt wel een loutere vaststelling, ­ondanks de wettelijke vastlegging ­ervan op 2,7 meter boven de zeespiegel. In haar evaluatie van de droogte in 2020 stelt de provincie vast dat het ­‘nagenoeg onmogelijk’ is om het wettelijke peil aan te houden, gegeven de groente- en serreteelten in het stroomgebied. Vrije teeltkeuze als ­hoger doel, ook dat is politiek.

Alle parameters voor water staan in West-Vlaanderen op rood: kwantiteit, kwaliteit, natuurlijke loop van de ­beken en biodiversiteit. Maar het is nog niet te laat om het tij te keren. Dit najaar belanden heel wat dossiers op de tafel van de Vlaamse regering die nauw verbonden zijn aan het water­beleid: het mestactieplan, het erosiebesluit, de aanpak van het stikstofprobleem, de beleidsplannen Ruimte en de vertaling van het Europese landbouwbeleid in Vlaanderen.

Met zoveel relevante dossiers op ­tafel is het geen optie om de problematiek in West-Vlaanderen te blijven ontkennen. Door het ‘one out, all out’-principe – álle waterparameters moeten goed zijn – zijn we maar zo sterk als de zwakste schakel. De zwakste leerling van de klas meekrijgen is geen keuze maar een noodzaak.

Met de stroomgebiedbeheerplannen heeft de regering haar eerste lakmoesproef in een reeks cruciale milieudossiers. Is het haar menens met het nieuwe ‘waterengagement’? Dan is een aanscherping in plaats van een afzwakking noodzakelijk.

Alleen zo kan Vlaanderen zijn ­bedenkelijke reputatie als territorium voor de meest vervuilde water­lopen van Europa achter zich laten, en kan De Blankaart haar weg richting internationaal erkend topnatuur­gebied voortzetten.

Waterkwaliteit West-Vlaamse Milieufederatie Natuurpunt Water voor later De Watercoalitie

Meer over Waterkwaliteit