Ggo’s: nieuwe evoluties, nieuwe wetgeving? Een stand van zaken

Terugblik online infomoment 14/12/2021

Ggo's, genetisch gewijzigde organismen, zijn organismen waarvan het DNA is aangepast zodat zij bepaalde andere kenmerken krijgen dan de oorspronkelijke vorm van de plant. De evoluties op dat vlak gebeuren snel en het leek BBL een geschikt moment om een webinar en discussiemoment te houden over de actuele stand van zaken. Gezien  het 60-koppig publiek op 14 december, deelden we dat aanvoelen met heel wat anderen!

Genetische wijzigingen werden in eerste instantie bekomen door technieken als de bestraling van DNA. Daarbij werden er willekeurige wijzigingen veroorzaakt. Vervolgens ging men dan onderzoeken of deze nuttig konden zijn. Een langzaam proces dat toch al vele malen sneller liep dan de klassieke kruising en veredeling van planten. De zo bekomen genetisch gewijzigde planten vallen niet onder de Europese ggo-wetgeving.

Nadien nam de genetische wijziging doelgerichter vormen aan. Sinds 2012 is die doelgerichtheid nog vele malen geperfectioneerd door het ontdekken van een nieuwe techniek: CRISPR-cas9. Door gebruik te maken van een stukje bacterieel DNA dat als schaartje voor DNA strengen kan optreden, is het zeer specifiek inbouwen van een kenmerk in een organisme mogelijk geworden, zelfs zo dat het resulterend DNA niet meer als ggo-DNA te herkennen is. De Europese Commissie overweegt nu om deze techniek uit de ggo-wetgeving te halen en hiervoor een aangepaste wetgeving op te stellen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat gezondheids- en milieu risicoanalyses niet meer of enkel in beperkte mate verplicht zijn alvorens planten met gerichte genoombewerkingen op de markt gebracht worden.

Ons webinar had tot doel om de toepassing van CRISPR/Cas9 beter te begrijpen en om een beter inzicht te krijgen in de verschillende invalshoeken, uitdagingen, kansen en gevoeligheden over dit onderwerp.

Daarvoor lieten we vier experten aan het woord.

Filip Rolland, directeur van het KU Leuven Plant instituut legde de CRISPR-cas9 techniek grondig uit en lichtte de verschillen en gelijkenissen toe met biologisch ontstane wijzigingen in organismen. Hij wees erop dat de nieuwste ggo’s niet meer als dusdanig te herkennen zijn in het labo omdat hun ontstaanswijze zo hard lijkt op de natuurlijke versie van genetische wijziging. Een uitdaging, zowel voor de maatschappelijke discussie als voor de regelgeving en handhaving die voor CRISPR-cas9 organismen moet worden ontwikkeld.

Christoph Then, directeur van de ngo TestBiotech, pleitte voor voorzichtigheid. Uit recente cases blijkt immers dat de CRISPR-cas9 techniek niet 100% foutloos is en kan leiden tot ongewenste neveneffecten. Daarom is volgens hem een strikte regulering nodig met onder meer een verplichte uitgebreide risicoanalyse alvorens planten met gerichte genoombewerkingen op de markt kunnen gebracht worden.

Socioloog en bio-ingenieur Joost Dessein (UGent) benaderde het thema vanuit een sociologisch en maatschappelijk perspectief. Volgens hem is de discussie over de wenselijkheid van CRISPR-cas9 geen louter wetenschappelijk debat, maar in de eerste plaats een breed maatschappelijk debat. Met een aantal aanbevelingen hoopt hij dat we de kwaliteit van dit debat kunnen verbeteren.

Wouter Vanhove, onderzoeker aan de UGent, benaderde de wenselijkheid van CRISPR-cas9 vanuit het agro-ecologisch landbouwmodel. Volgens hem zijn ggo’s moeilijk te verzoenen met de agro-ecologische basisbeginselen. Onder meer omdat de inzet van ggo’s de teelt van landbouwgewassen te eenzijdig technologisch benadert, terwijl in de agro-ecologie gezocht wordt naar duurzame systeemoplossingen. Wel hield hij ook een pleidooi om nieuwe ontwikkelingen openminded te blijven benaderen. 

Landbouw

Meer over Landbouw