Geert Vanneste, zaakvoerder van E-drive, haalde zijn inspiratie in China, waar elektrische scooters en wagens de straten vullen. Nu importeert en verkoopt hij die in de Benelux. “Mensen ontdekken de mogelijkheden van elektrische mobiliteit nog maar pas.”
Welke bijdrage wil jouw bedrijf leveren aan de maatschappij?
Geert Vanneste: “E-drive wil de luchtkwaliteit verbeteren met elektrische voertuigen. Ik ben in China gaan zoeken naar betaalbare oplossingen om die voor een breed publiek beschikbaar te maken. Amerika en Europa verkopen wagens in het duurdere segment, terwijl China voertuigen voor Jan met de pet aanbiedt.”
Wat motiveerde je om voor elektrische mobiliteit te kiezen?
“In mijn vorige bedrijf kozen we dertig jaar geleden al voor elektrische heftrucks in het magazijn. Daar zijn we mee gestart uit zorg voor onze arbeiders. Er lag roet op de goederen, maar dat zet zich dus even goed vast in de longen. Een extra voordeel is dat elektrische heftrucks minder onderhoud vragen. De positieve ervaring creëerde vertrouwen om E-drive op te starten.”
“We merken wel dat de auto industrie op de rem staat. Samen met de petroleumlobby zetten ze al tien jaar de nadelen van elektrische mobiliteit in de verf zoals de beperkte afstand die je kunt afleggen. Wij willen bewijzen dat hun verhaal niet klopt. Wij zien elektrische voertuigen niet om mee naar het zuiden van Frankrijk te reizen maar om rond de kerktoren te rijden. De kleine dagelijkse verplaatsingen naar de supermarkt, het werk en om kinderen weg te brengen: die kunnen allemaal perfect elektrisch gereden worden. Dat is goed voor de luchtkwaliteit, maar ook voor het klimaat.”
Welke obstakels zie je voor elektrische mobiliteit?
“België hinkt achterop bij het plaatsen van laadinfrastructuur en dat is een hoge drempel. Ik had er niet bij stilgestaan dat wij hier op het vlak van ruimtelijke ordening in een heel andere omgeving leven dan in China. Daar wonen en werken ze in grote sites, weg van de hoofdwegen, waar plaats zat is om laadpalen te installeren op parkings tussen de gebouwen in. Bij ons wonen mensen in een straat en onze voetpaden zijn niet gemaakt om daar stopcontacten te voorzien. Is het mogelijk? Ja, maar het vraagt een inspanning. Op bedrijfsparkings kan je gemakkelijker palen plaatsen. Vaak hebben ondernemingen zonnepanelen op hun dak die overdag wat te veel elektriciteit leveren, daarmee kunnen zij en hun werknemers perfect hun wagens opladen.”
“Een ander obstakel blijft de prijs. Hoe goedkoop wij ook proberen auto’s aan te bieden, ze blijven een stuk duurder dan een brandstofwagen. De technologie om een elektrische auto te bouwen is een heel stuk eenvoudiger dan die van een brandstofwagen, maar de batterijen maken dertig à veertig procent van de prijs uit. Eens het volume stijgt zullen de wagens goedkoper worden. Technici zijn over heel de wereld aan het zoeken naar betere batterijen. Als iedereen zich daarop werpt, zoals dat ook voor het coronavaccin gebeurde, dan halen we binnen een paar jaar het bereik van een gewone brandstofwagen.”
Merken jullie bij klanten een groeiende interesse in klimaat en milieu?
“Mensen ontdekken de mogelijkheden nog maar pas. Ze zeggen ons vaak dat ze niet wisten dat elektrische scooters bestaan. In China rijdt iedereen met een elektrische scooter; hier is dat nog geen tien procent. Je kan die scooter trouwens gerust thuis in de living zetten, hij stinkt niet en warmt niet op. En als je er erop gereden hebt, ruik je niet naar petroleum.“
Welk moment overtuigde je om je in te zetten voor het milieu?
“Ik heb altijd groene vingers gehad en hou van werken in de tuin. Ik ben een natuurliefhebber en kijk graag naar de vogels. Mijn reizen naar China openden me de ogen voor wat er mogelijk is op het vlak van elektrische mobiliteit. Ik zag de evolutie van fietsen naar scooters met verbrandingsmotor en de daarbij horende geluidsoverlast en luchtvervuiling. Nu staan er aan ieder kruispunt wel honderd elektrische scooters. Ik zou hier ook zo’n verandering willen zien. Op mijn eerste reizen kon ik door de smog nooit de zon zien, nu kan je haar weer zien schitteren. China is op de goede weg, hun economie is heel krachtig, er wordt minder gepalaverd om tot resultaat te komen. Ik sta altijd versteld dat ze fileleed in zes maanden tijd kunnen oplossen terwijl wij er in Antwerpen al tien jaar over aan het praten zijn. Hun treininfrastructuur is zo goed dat het een plezier is om met de trein door China te reizen.”
Welk advies geef je aan ondernemers die willen kiezen voor duurzaamheid?
“Start er onmiddellijk mee. Het verbetert je bedrijfsimago, naar je klanten, je leveranciers maar ook naar je medewerkers. Het is moeilijk om personeel te vinden vandaag, dus een goed imago trekt mensen aan. Sollicitanten vragen vandaag soms: wat doen jullie voor het milieu? Dat was vijf jaar geleden niet waar. ”
