Door het waterbergend vermogen van beek- en valleigebieden te herstellen, zorgen we dat een toekomstige waterbom boven Vlaanderen minder schade aanricht. - © Wesley Poelman

Van Glasgow naar Mortsel

Door het waterbergend vermogen van beek- en valleigebieden te herstellen, zorgen we dat een toekomstige waterbom boven Vlaanderen minder schade aanricht. - © Wesley Poelman

Wat heeft internationaal klimaatbeleid met ruimtelijke ordening in Mortsel te maken? Meer dan je denkt! Dichter bij elkaar wonen maakt de energietransitie veel beter ‘haalbaar en betaalbaar’. Door tegelijk het waterbergend vermogen van beek- en valleigebieden te herstellen, zorgen we er ook voor dat een toekomstige waterbom boven Vlaanderen minder schade aanricht aan onze woningen. Het relaas van een boeiende infoavond in Mortsel.

Klimaat en bouwshift: één front

De bouwshift is noodzakelijk om mitigatie überhaupt mogelijk te maken. En nature based solutions zijn onmisbaar om klimaatadaptatie te laten slagen. Dat is, kort samengevat, de conclusie van een infoavond georganiseerd door de Gecoro en de MinaRaad van Mortsel. Eminente sprekers waren Hans Bruyninckx, directeur van het Europees Milieu Agentschap, Guy Vloebergh, ontwerpbureau Omgeving en intendant van Ventilus, Godfried Bekaert van de Gentse Gecoro, Hendrik Schoukens, geëngageerd advocaat en onderzoeker Milieurecht aan de Universiteit Gent en ondergetekende. Dat alles strak en covid-safe gemodereerd door Ilse Loots, hoogleraar Milieuwetenschap aan de Universiteit Antwerpen. Hier viel iets bij te leren!

Terwijl de internationale onderhandelingen in Glasgow over de klimaatopwarming afgelopen zijn, werken veel gemeenten aan de opmaak van een nieuw klimaatplan voor 2030. Tegelijk werken gemeenten en provincies aan nieuwe visies op ruimtelijke planning, gevolg gevend aan de Vlaamse bouwshift. Die twee beleidsvelden zijn nauw met elkaar verbonden, zeker in een gemeente.  

Een beter gebruik van ons beschikbare landoppervlak is een belangrijke sleutel om de klimaatuitdaging aan te pakken. Met gedetailleerde Europese satellietopnames die elk ruimtebeslag blootleggen, toonde Hans Bruyninckx het grote verschil in bebouwing tussen gelijkaardige regio’s in het Antwerpse en in Nederland. De veel meer versnipperde en verharde omgeving in Vlaanderen geeft ons een structurele handicap om klimaatschokken, zoals een ‘waterbom’, op te vangen. Dit maakt de ruimtelijke dimensie van klimaatbeleid moeilijker, duurder en trager. 

Guy Vloebergh zou graag de gewestplannen afschaffen, en BBL met hem. Liefst 40.000 ha aan vrijliggende bouwgronden en duizenden hectaren aan bedrijventerreinen, zones voor openbaar nut of voor baanwinkels staan nog op die 50 jaar oude plannen ingetekend. Daarbovenop hebben we in Vlaanderen een zeer soepele wetgeving voor zonevreemde woningen of bedrijven in leegstaande landbouwgebouwen. Dat werkt de verstedelijking van het platteland sterk in de hand. 

Met de invoering van de structuurplannen eind jaren ‘90 zagen we een voorzichtige kentering. Er kwam meer aandacht voor het behoud van open ruimte en verschillende gemeenten zetten in op een kernversterkend beleid. Maar al gauw werd dat weer ondergraven door soepele Vlaamse regels om woonreservegebieden te verkavelen. Zonevreemde woningen en bedrijven kregen basisrechten. En er volgde een nieuwe reeks uitzonderingsmaatregelen om toch maar bouwvergunningen te kunnen afleveren op plaatsen waar dat eigenlijk niet kan. 

Ondertussen wachten we al enkele jaren op de bouwshift en het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. De open ruimte bewaren en bouwen in de centra van steden en gemeenten, dat is vanaf nu de opdracht. Enkele provincies en gemeenten zetten de eerste stappen in dit nieuwe beleid, en dat is hoopgevend. Positief is ook dat klimaat een steeds belangrijker thema wordt in de ruimtelijke planning, bijvoorbeeld door open ruimte in te richten voor waterbeheer. Het wordt de gemeenten echter niet gemakkelijk gemaakt met de hogere planschade, die ze zouden moeten betalen om slecht gelegen bouwzones te herbestemmen naar landbouw of natuur. Als die nieuwe regeling goedgekeurd wordt, mogen we de bouwshift op onze buik schrijven.

Bouwshift is hardware voor een klimaatneutrale gemeente

De bouwshift zal ook nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen aan te pakken. Dat was de centrale stelling van BBL. Zo zijn verkeer en gebouwenverwarming samen verantwoordelijk voor 60 procent van de broeikasgassen (de zware industrie niet meegerekend, want die wordt Europees gereguleerd). Onze bedenkelijke ruimtelijke ordening met veel afgelegen woningen en kilometers lintbebouwing, maakt ons volledig afhankelijk van de auto om op het werk te geraken of kinderen naar school te brengen. Het openbaar vervoer is niet rendabel omdat we zo verspreid wonen. Het overaanbod aan vrijstaande woningen leidt bovendien tot aanzienlijke energieverspilling. Een rijhuis kan veel zuiniger en goedkoper verwarmd worden dan een alleenstaande woning. Een bouwshift naar de centra van onze gemeenten, is de noodzakelijke hardware voor een klimaatneutrale gemeente. 

En ook op vlak van groene energie is de shift van bouwen in de open ruimte naar inbreiding in stads- en dorpscentra nodig. Anders geraken we nooit van het gas af. De aanleg van een warmtenet kost al gauw 1.000 euro per lopende meter. Hoe minder warmtebuizen je moet leggen en hoe meer woningen of andere gebouwen je kan aansluiten, hoe hoger de rendabiliteit. In woonlinten is een afstand van 20 meter per woning standaard, waardoor 100 meter warmtenet slechts een vijftal woningen bedient. In een wijk met rijwoningen kunnen over dezelfde lengte zestien huizen aangesloten worden. In een dens bebouwde stadswijk met appartementen ligt het aantal aansluitingen nog een pak hoger. Door dichter bij elkaar te bouwen, worden collectieve warmtenetten betaalbaar.

De klimaatopwarming zorgt voor drie grote problemen waar we ons met een betere ruimtelijke ordening tegen kunnen wapenen: hittegolven, droogte en wateroverlast.

Klimaat en natuur: ook één front

Huizen die onder water lopen, minder landbouwopbrengsten door droogte, natuur die kapot gaat, oversterfte bij bejaarden tijdens hittegolven,...  Nu al hebben we grote problemen wanneer het hard en lang regent - of wanneer het te lang warm is en niet regent. De klimaatopwarming zorgt voor drie grote problemen waar we ons met een betere ruimtelijke ordening tegen kunnen wapenen: hittegolven, droogte en wateroverlast.

In de regio loopt het project “Beleefbare open ruimte in de Antwerpse Zuidrand” (BORAZ). Verschillende gemeenten werken samen om ingebuisde beken weer open te leggen, rechtgetrokken waterlopen hun natuurlijke bedding terug te geven en extra waterberging te voorzien om wateroverlast in woongebieden te voorkomen. Dat gaat bovendien perfect samen met extra natuur en een aangename woonomgeving. 

Ook midden in de stad kan hierop ingezet worden. Godfried Bekaert gaf tekst en uitleg bij het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP Groen’ van de stad Gent. Met dit plan wordt 257 ha aan bestaand groen in de stad beschermd en komt er 113 ha aan nieuwe natuurgebieden bij. Het gaat over meer dan 100 gebieden, zowel kleine plantsoenen als parkjes middenin de stad - die voorheen een woonbestemming hadden - als grotere groengebieden aan de rand van de stad. Ook in dit RUP wordt duidelijk de link gelegd tussen klimaatverandering en ruimtelijke ordening. Extra groen zorgt voor verkoeling en minder hittestress. Dat is in steden extra belangrijk omdat de temperatuur hier vanzelf al hoger ligt. 

Het extra groen helpt ook om verdere uitdroging van de bodem tegen te gaan. Maar bovenal zorgt het voor een aangenamere woonomgeving. Het hoeft dan ook niet verbazen dat er veel meer steunschriften dan bezwaarschriften werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Kortom, een na te volgen voorbeeld voor andere gemeenten.

De rechter spreekt

De infoavond werd afgesloten door Hendrik Schoukens. Hij bracht een leerrijk overzicht van een hele reeks klimaatrechtszaken groot en klein: van een geweigerde vergunning voor een tankstation in Boechout over de Belgische en Nederlandse klimaatzaken tot en met rechtszaken in Australië en op de Noordpool. Daarbij worden mensenrechten steeds meer ingeroepen als basis. Klimaatverandering bedreigt namelijk het welzijn van de bevolking en dan is het aan de overheid om daartegen op te treden. Ook als de dreiging zich pas op langere termijn voordoet en ook als het betrokken land slechts een beperkte bijdrage levert aan de mondiale klimaatopwarming. Daarover zijn rechters het eens. 

Door deze rechtspraak zullen klimaatdoelstellingen steeds meer wettelijk doorwerken, ook in ruimtelijke plannen. Veel meer dan nu het geval is zullen milieueffectrapporten een duidelijk beeld moeten schetsen van de klimaatimpact van nieuwe projecten. Het voorkomen van klimaatschade (het preventiebeginsel) komt steeds meer op de juridische agenda. Daar zijn milieueffectenrapporten een goed instrument voor. Zo kunnen die op termijn evolueren naar een volwaardige en bindende klimaattoets voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. 

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Meer over Beleidsplan Ruimte Vlaanderen