Rijden er straks enkel nog elektrische bedrijfswagens rond?

Vorige week stelde Egbert Lachaert (Open VLD) voor om vanaf 2027 enkel nog emissievrije auto’s toe te laten als bedrijfswagens. Om dat te bereiken, wil de partij het fiscaal voordeel voor vervuilende bedrijfswagens afbouwen. Terecht, want de fiscaliteit is een sleutel tot vergroening. Tegelijk kan het ook autodelen aantrekkelijker maken. Resultaat? Minder luchtvervuiling en minder ruimtegebruik door wagens.

Mobiliteitsknoop

In ons land rijden een pak bedrijfswagens rond. Voor een werkgever is het fiscaal namelijk heel interessant om loon uit te keren in de vorm van een wagen. De meeste van die wagens rijden op diesel of benzine. Dat moet anders: elektrisch.

Elke diesel- of benzinewagen vervangen door een elektrische wagen betekent niet dat er minder wagens op de weg rondrijden, dat klopt. Willen we een uitweg uit de mobiliteitsknoop, dan is minder wagens op de baan het antwoord. Maar er zullen altijd nog (dienst)wagens blijven rondrijden. Gezien de klimaatuitdaging, kunnen dat enkel nog nul-uitstoot varianten zijn. Elektrische aandrijving is de meest courante techniek die dat kan waarmaken.

Sturen naar nuluitstoot

Maar hoe kunnen we elektrisch rijden promoten bij de bedrijven? Lachaert heeft het bij het rechte eind als hij naar de bedrijfswagenfiscaliteit kijkt om de klimaatimpact aan te pakken. Aanpassingen in de fiscaliteit moeten er ook voor zorgen dat de verloning met wagens en diesel uitdooft. Maar zelfs wanneer de salariswagens verdwijnen, hebben de voorstellen voor nuluitstoot van bedrijfswagens nog nut. Er rijden in België bijna 100.000 dienstwagens rond, zoals de voertuigen van Familiehulp. Het is belangrijk dat de aanpassingen zo gebeuren dat ze voor álle bedrijfswagens gelden: de salariswagens, de dienstwagens en de voertuigen van zelfstandigen en bedrijfsleiders.

Delen bevorderen

Fiscale sturing kan bovendien niet alleen de keuze van de wagen richting nuluitstoot sturen, het kan ook autodelen bevorderen. Bedrijven bieden dan poolwagens aan in plaats van individuele wagens. De werknemer doet geen beroep meer op de aan hem toegewezen wagen, maar op een mobiliteitsdienst. Dit biedt een kans aan leasebedrijven of nieuwe mobiliteitsplatformen die verschillende vervoerswijzen combineren: (elektrische) fiets, trein, kleine elektrische wagen, enzovoort. Een mobiliteitsplatform dat deze evolutie nastreeft is het Nederlandse Amber Mobility. Dat bedrijf biedt op dit moment gedeelde elektrische wagens aan. 

Bewezen CO2-voordeel

Dat elektrische wagens tijdens het rijden geen CO2 en een pak minder fijn stof uitstoten, behoeft geen uitleg meer. Maar om het plaatje compleet te maken, moeten we ook rekening houden met uitstoot tijdens het maken van de auto en het produceren van de brandstof.

Bron: decorrespondent.nl

De Correspondent concludeerde in haar analyse dat een EV minder CO2 uitstoot dan een benzinewagen (zie afbeelding). Maar belangrijker nog: “waar het om draait, is dat je in een elektrische auto groene energie kunt stoppen, wat per definitie niet kan bij een auto die rijdt op een olieproduct”.

Die laatste conclusie duidt op de noodzaak om snel te evolueren naar een volledig hernieuwbaar energiesysteem. Daarvoor is er nood aan een versterkt Europees ETS-systeem en een duidelijke hernieuwbare energiedoelstelling. De ETS kan er, samen met ander klimaatbeleid, ook voor zorgen dat de staalproductie en andere onderdelen van een wagen gestaag koolstofvrij worden.

Elektrische wagens Gedeelde mobiliteit Klimaatbeleid

Meer over Elektrische wagens, Gedeelde mobiliteit, Klimaatbeleid