Maak groene verwarming betaalbaar door slim te bouwen

Erik ijvert als Minister voor de Toekomst voor ruimtelijke logica. Na twintig jaar kent ruimtelijke ordening geen geheimen meer voor hem, of het nu over de betonstop, kernversterking of de kostprijs van de Vlaamse versnipperde bebouwing gaat. Hij doet dit voorstel omdat samen met je buren verwarmen beter is voor de hele wereld.

Verwarming is de grote slokop van de energie die je nodig hebt in je huis: ongeveer 85 procent van het huishoudelijk energieverbruik gaat naar verwarming. In meer dan 90 procent van de huizen gebeurt dat met gas of stookolie. Om de klimaatdoelstellingen van Parijs waar te maken, is het nodig dat tussen nu en 2050 elk jaar zo’n 100.000 huishoudens hun warmtevoorziening vergroenen

Gemeenschappelijke of individuele oplossingen?

Hoe we dat voor elkaar krijgen? Door goed te onderzoeken welke soort groene warmte op welke plekken het meest logisch is. Dat pakken we zo aan: de Vlaamse regering vraagt de gemeenten om een warmtezoneringsplan op te maken. Daarbij brengen ze zowel de vraag naar als het aanbod aan warmte geografisch in kaart: hoeveel gezinnen hebben verwarming nodig, hoeveel en welke bronnen van warmte zijn er in de gemeente die daarvoor gebruikt kunnen worden? 

Elke stad of dorp bepaalt welke energienetwerken of energiebronnen de voorkeur krijgen in een bepaald gebied. Voor wijken met veel woningen dicht bij elkaar is een gemeenschappelijk warmtesysteem zoals een warmtenet nuttig. Hoe verder van het centrum, hoe verder de woningen uit elkaar liggen, waardoor een gemeenschappelijk net al geen optie meer is. Hier is voor elk huis een aparte oplossing nodig, zoals een warmtepomp. Als de gemeenten klaar zijn met hun onderzoek, beschikken ze over een warmtezoneringsplan voor hun hele grondgebied. Dankzij dat plan hebben inwoners en bedrijven duidelijkheid en weten ze in welk soort warmtevoorziening ze best investeren.

Goedkopere verwarming in dichte woonkernen

Groene warmte is nauw verbonden met keuzes in de ruimtelijke ordening. Een warmtenet aanleggen kost al gauw 1.000 euro per meter. Hoe minder warmtebuizen je moet leggen en hoe meer woningen of andere gebouwen je kunt aansluiten, hoe voordeliger. Met andere woorden: hoe meer woningen dicht bij elkaar, hoe goedkoper je verwarming. In lintbebouwing en verspreide verkavelingen staan de huizen ver uit elkaar. Dat betekent dat de kosten om warmtebuizen aan te leggen (en te onderhouden) per woning meteen een stuk hoger zijn. In woonlinten moet je per huis zo’n 20 meter tellen, waardoor 100 meter warmtenet maar een vijftal huizen bedient. In een wijk met rijwoningen kunnen over dezelfde lengte zestien huizen aangesloten worden. Voor de vergroening van warmte hebben we dus baat bij een ruimtelijke ordening die inzet op kernverdichting. Zo blijft het aanleggen van gemeenschappelijke warmtenetten haalbaar en betaalbaar. In andere gevallen zullen duurdere oplossingen nodig zijn, voor elk huis apart.

Groene warmte

Meer over Groene warmte