Foto Shelby Miller

Grondwettelijk Hof vernietigt regeling zonevreemde tuincentra

Foto Shelby Miller

Recent besliste het Grondwettelijk Hof de versoepeling in de wetgeving voor zonevreemde tuincentra te vernietigen. De regeling bepaalde dat tuincentra zonder vergunning in landbouwgebied kunnen gebruikmaken van een achterpoortje - het zogenaamde planologisch attest - om toch nog een vergunning te bekomen. Het Hof vernietigt de regeling omdat die in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het is nu al de vierde uitzonderingsregel uit de wetgeving ruimtelijke ordening die het Hof vernietigt. 

Degelijke wetgeving graag

De ‘oplossing’ voor zonevreemde tuincentra stond in de zogenaamde Codextrein, een reeks van meer dan tweehonderd aanpassingen aan de Codex ruimtelijke ordening. In die Codextrein stonden verschillende afwijkingsbepalingen, waar toen al veel kritiek op kwam vanuit de milieubeweging: 

  • de versoepeling om stallen en loodsen te bouwen in landschappelijk waardevolle landbouwgebieden
  • de verplichting dat je als burger enkel naar de rechter mag stappen als je eerst een bezwaar indiende tijdens het openbaar onderzoek
  • de bepaling dat een bedrijf van wie de vergunning wordt geschorst of vernietigd door de Raad voor vergunningsbetwistingen niet meteen de deuren moet sluiten, maar pas wanneer diezelfde rechter voor een tweede maal tot dit besluit komt. 

Die uitzonderingsbepalingen werden allen reeds vernietigd of bijgestuurd door het Grondwettelijk Hof. Nu komt daar dus ook de regeling voor zonevreemde tuincentra bij. Die rechtszaak werd opgestart door een zone-eigen tuincentrum, die dit oneerlijke concurrentie vindt. Volgens het Hof is er geen objectieve verantwoording voor een verschil in behandeling tussen zonevreemde tuincentra en andere zonevreemde bedrijven. 

Ernstige wetgeving graag

Het zat er nochtans duidelijk aan te komen dat deze bepalingen vernietigd zouden worden. De Raad van State had reeds diverse kritische bedenkingen opgenomen in haar adviezen aan regering en parlement over de ontwerpwetgeving. Doorheen al de technische opmerkingen van de Raad van State loopt een rode draad: wees voorzichtiger met een al te grote creativiteit bij de aanpassing van de omgevingswetgeving. Ondanks die kritiek zette de vorige regering en het parlement door, met de vernietigingen als gevolg. Dat had allemaal vermeden kunnen worden met ernstiger wetgevend werk. 

Kortom, als regering en parlement bij nieuwe wetgeving beter rekening houden met grondwettelijke bepalingen, zeker als het over uitzonderingsregels gaat, bespaart ons dat allemaal een hoop werk.

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Meer over Beleidsplan Ruimte Vlaanderen