Heeft gas een plek in een koolstofarme toekomst?

Foto fancycrave

De rol van trans-Europese gasinfrastructuur in een koolstofarm 2050

Heeft gas een plek in een koolstofarme toekomst?

Foto fancycrave

Studiebureau Trinomics werkte in opdracht van de Europese Commissie een studie uit over de rol van gastransmissieinfrastructuur in een koolstofarm 2050. Hoewel de studie gebaseerd is op zes buitenlandse transmissienetbeheerders (TSO), zijn tal van opmerkingen en conclusies ook relevant voor de Belgische gasnetbeheerder Fluxys. In een krimpende, decentrale en groene gasmarkt hebben netbeheerders nood aan een vergoedingssysteem voor maatschappelijke meerwaarde. Of waarom onze buizen onder de grond een stevige publieke discussie waard zijn.  

Aardgas heeft geen plaats in klimaatneutraal 2050

Met het Parijsakkoord engageerde Europa zich om koolstofneutraal te worden voor 2050. Dat houdt in dat ook het gebruik van aardgas drastisch moet dalen in de Europese energiemix. De studie van Trinomics gaat na wat de gevolgen hiervan kunnen zijn voor de Europese gasinfrastructuur. Omwille van de lange levensduur van die infrastructuur is een verre blik vooruit cruciaal om het risico op gedevalueerde of gestrande activa te vermijden.

De onderzoekers analyseerden niet minder dan 361 bestaande studies over gas in een koolstofarm Europa tegen 2050. Wat blijkt: het gros van de studies kijkt naar biomethaan, synthetisch methaan en waterstof uit elektrolyse als oplossingen. Slechts enkele van de studies behandelen waterstofproductie uit fossiele brandstoffen via steam methane reformers (SMR) met koolstofafvang (CCS). Opvallend is ook dat Trinomics stelt dat dergelijke SMR met CCS in de praktijk nooit zonder uitstoot is. Tot 10 procent CO2 ontsnapt tijdens het productieproces. 

De berg studies valt ook op te delen volgens ambitieniveau: zowat alle scenario’s die mikken op reductiedoelstellingen van meer dan 95 procent, voorzien een dalende tot sterk dalende rol voor gas in 2050. Het fossiele aardgas verdwijnt daarbij volledig uit de mix. Hernieuwbare gassen, vraagsturing en trans-Europese elektriciteitsconnecties moeten het energiesysteem flexibel en stabiel houden.

Naar een decentraal model voor gasinfrastructuur 

Trinomics kreeg van de Europese Commissie ook de opdracht om drie theoretische scenario’s uit te werken en hun impact op het transmissienetwerk in te schatten. Elke verhaallijn heeft als uitgangspunten : 95 procent reductie van uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 en 5 procent onvermijdbare uitstoot door landbouw en industrie. Concreet wil dat zeggen dat alle andere sectoren geen fossiele brandstoffen meer mogen aanwenden zonder volledige koolstofafvang. 

In de eerste scenario wordt elektriciteit de belangrijkste energiedrager. Trinomics schetst een beeld waar grote delen van het gasnet buiten gebruik gesteld zijn. Resterende gasklanten zullen niet verspreid zitten over het hele net, maar eerder samen in ‘gasneteilandjes’, geconcentreerd rond CO2-neutrale gasbronnen zoals vergisters of locaties met een surplus aan hernieuwbare elektriciteit voor waterstofproductie. Productiesites voor biomethaan zouden hoofdzakelijk aan het distributienet gekoppeld worden, en niet zozeer aan het transmissienet. 

De tweede verhaallijn geeft een sleutelrol aan hernieuwbaar methaan om te decarboniseren. Goed geïsoleerde gebouwen doen de gasvraag in deze sector halveren. Ook industrie toont een lichte daling in verbruik. Maar omwille van de grote stijging in de transportsector tegen 2050, stijgt het totale gasverbruik over alle sectoren heen toch met 25%. Trinomics geeft aan dat dit gasvolume ruim boven het beschikbare potentieel aan biomethaan uit vergisting ligt. In dit scenario is er nood aan een aanzienlijke import uit niet-EU landen of een grote hoeveelheid hernieuwbaar methaan via elektrolyse tot waterstof en vervolgens methanatie. LNG-terminals en importpijpleidingen zijn een optie om een deel van het hernieuwbaar gas te importeren in de EU.      

De derde verhaallijn gaat voor maximalisatie van waterstof als energiedrager. De ontwikkeling van elektrische oplossingen als elektrische wagens, warmtepompen komen moeilijk van de grond en de markt wordt ingenomen door waterstoftechnologie. Het waterstofscenario voorziet een lichte daling in gasverbruik. Een stijgend gebruik van waterstof voor wagens compenseert in dit scenario bijna volledig de daling in gasgebruik voor gebouwverwarming en industrie. Een grote uitdaging in dit scenario is de aanpassing van alle gasinfrastructuur naar waterstof. Momenteel is er nog maar weinig ervaring en de technische haalbaarheid is niet helemaal zeker.

In elk van de drie scenario’s ziet Trinomics dalende volumes van getransporteerd aardgas. Het gebruik van LNG-terminals en importpijpleidingen zal bijgevolg ook sterk terugvallen volgens de onderzoekers. Hoewel de scenario’s heel verschillend zijn, komt decentrale productie en gebruik van gas duidelijk naar voren. 

Verdere investeringen in netuitbreidingen voor import of transportcapaciteit zijn zeker niet aan de orde, volgens Trinomics. Investeringen in de toekomst zullen veel minder gedreven zijn door leveringszekerheid of groothandelsmarktintegratie, maar eerder door de robuustheid van het systeem en flexibiliteit van gasbronnen. Zo kan het bijvoorbeeld in sommige gevallen, als de lokale productie hoger ligt dan het verbruik, nuttig zijn om de bestaande netten aan te passen naar stroomopwaarts gastransport, waarbij er hernieuwbaar gas van het distributienet op het transmissienet gezet wordt. 

Vergoed gasinfrastructuurbeheerders voor maatschappelijke meerwaarde

Door de grootschalige investeringsprogramma’s van het verleden en de lange termijn van de afschrijvingsperiodes, hebben veel TSO’s hoge activawaarden. Als die versneld afgeschreven moeten worden in de komende jaren en als er minder gas getransporteerd wordt, dan kan dat leiden tot hogere nettarieven volgens Trinomics. En dat kan dan op zijn beurt weer de competitiviteit van gas voor de eindklant minder aantrekkelijk maken en ook zorgen voor een slechtere businesscase voor het transport van hernieuwbaar gas via het net. Nettarieven bedragen zo’n 7 à 10 procent van de totale gaskost. 

Regulering moet ervoor zorgen dat investeringen in toekomstige projecten klimaatproof zijn. Vergoedingssystemen moeten nieuwe toegevoegde waardes van infrastructuur voor het energiesysteem waarderen: economische én ecologische meerwaarde, maar ook integratie met hernieuwbare bronnen en flexibiliteit. Er is nood aan een regelgevend kader dat vergelijkbaar is met de huidige waardering van investeringen met een grensoverschrijdende impact en meerwaarde. Ook daar worden niet alle kosten door de markt gedragen, stelt Trinomics.

Maatschappelijk doel voorop

De studie heeft België niet opgenomen in de scope. Toch zijn de geschetste tendensen zeker ook van belang voor Fluxys. De overgang van een steeds groeiende fossiele gasmarkt naar een krimpende, meer decentrale en groene gasvoorziening moet in goede banen geleid worden. De overheid moet mee de juiste bakens uitzetten daarvoor.

Klimaatbeleid

Meer over Klimaatbeleid