Het voornemen om lintbebouwing tegen te gaan is er wel, maar omdat de vergunningen te makkelijk uitgedeeld worden komt daar weinig van in huis.

Next Generation Photo

Als de vergunningsregels haperen, geraak je met beleid nergens

Het voornemen om lintbebouwing tegen te gaan is er wel, maar omdat de vergunningen te makkelijk uitgedeeld worden komt daar weinig van in huis.

Next Generation Photo

Uit een nieuw onderzoek van het Departement Omgeving blijkt dat de vergunbaarheid van bouwwerken sterk bepalend is voor onze ruimtelijke ontwikkeling. Alle goede intenties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen ten spijt, het zijn nog steeds de gewestplannen en de vergunningsregels die bepalen hoe Vlaanderen eruitziet. Het merendeel van de vergunningen voor woningen is gelegen in landelijk en randstedelijk gebied. Het Departement komt tot deze conclusie op basis van een analyse van vergunningendatabanken voor de jaren 1995 en 2015. Een strikter vergunningenbeleid is nodig om de beleidsdoelstellingen waar te maken. 

Al sinds de jaren 90 wordt met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het behoud en versterken van open ruimte naar voren geschoven als een belangrijke doelstelling binnen het ruimtelijk beleid, samen met het versterken van stads- en dorpscentra. In het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wordt ook het terugdringen van verharding als aandachtspunt toegevoegd. Het behoud en de versterking van de open ruimte vragen om het beperken van bebouwing in die open ruimte. 

Uit een analyse van de vergunningenregisters voor de jaren 1995 en 2015 blijkt dat er nauwelijks een evolutie zit in waar er gebouwd of verbouwd wordt. Ondanks de voornemens op Vlaams niveau om nieuwe ontwikkelingen beter te laten aansluiten bij bestaande woonkernen en openbaar vervoer, is er haast geen verschil tussen de bouwvergunningen die in 1995 en 2015 werden afgeleverd. Nog steeds komt het gros van de nieuwe wooneenheden - via nieuwbouw of verbouwing - terecht in landelijk en randstedelijk gebied. 

Wel is er een voorzichtige evolutie van nieuwbouw naar verbouwingen, ook in het buitengebied. Dit valt te verklaren door het feit dat in de voorbije decennia veel gebouwd werd in deze gebieden en dat ook deze woningen intussen nood hebben aan een grondige verbouwing. Tegelijkertijd is er ook een duidelijke toename van het aantal wooneenheden door transformatie van bestaande landbouwgebouwen.  

Valleigebieden

In de beleidsplannen gaat veel aandacht naar het realiseren van zogenaamde groenblauwe netwerken, natuurverbindingen in de valleigebieden langs waterlopen. De analyse laat zien dat het vrijwaren van valleigebieden geen prioriteit is gebleken. Ondanks de duidelijke beleidsdoelen blijft de praktijk achter. In beide peiljaren werden heel wat vergunningen afgeleverd in recent overstroomde gebieden, in 2015 ging het bijvoorbeeld over 252 vergunningen.

De conclusie van het Departement is duidelijk: als Vlaanderen een ambitieus ruimtelijk beleid wil voeren om de inname van open ruimte te beperken, is een duidelijker vergunningenkader nodig. Twintig jaar ruimtelijke planning op Vlaams niveau heeft immers niet kunnen verhinderen dat vergunbaarheid geëvolueerd is naar een absoluut individueel recht, dat los van de doelstellingen van het beleid kan worden ingevuld.

Bouwshift

Meer over Bouwshift